In het lichaam zijn er in totaal vier longaders, en ze zijn allemaal verbonden met het linker atrium van het hart. Het hart pompt zuurstofarm bloed in de longen via de longslagaders. Zodra het bloed is geoxygeneerd, keert het via de longaderen terug naar het hart. Vervolgens circuleert het hart dit nieuw zuurstofrijke bloed door het lichaam. Op deze manier verschillen longaders van andere aders in het lichaam, die worden gebruikt om zuurstofarm bloed van de rest van het lichaam terug naar het hart te transporteren. De linker longaders zijn verbonden met de linker long, en de longen zelf zijn gevuld met holle luchtzakjes die alveoli worden genoemd. Dit is waar zuurstof wordt verwijderd uit ingeademde lucht. Dit werkt ook als een gasuitwisseling. Zuurstof komt het bloed binnen terwijl kooldioxide de bloedbaan verlaat. Deze kooldioxide wordt vervolgens uit het lichaam uitgeademd.