Het sacrospinale ligament is een dun ligament dat is bevestigd aan de ischiale wervelkolom (een botuitsteeksel in het onderste bekken) en de laterale (zij) gebieden van het heiligbeen (aan de onderkant van de wervelkolom) en stuitbeen of staartbeen. Een ligament is een sterk, vezelig bindweefsel dat gewoonlijk bot met bot verbindt.
Het sacrospinale ligament grenst aan het sacrotuberale ligament en deelt de vezelruimte met dit ligament. De sacrospinale en sacrotuberale ligamenten werken samen om de opwaartse kanteling van het heiligbeen, de zogenaamde nutatie, te beperken. De sacrospinale en sacrotubereuze ligamenten worden het meest benadrukt wanneer een persoon naar voren leunt of opstaat.
Dit paar ligamenten helpt om de grotere en kleinere ischiasvormige inkepingen (inkepingen) over te brengen naar de grotere en kleinere ischiasforamens (openingen). Deze anatomische overgang vindt plaats op basis van de grens die wordt veroorzaakt door de bovenste en onderste plaatsing van de ligamenten in de nabijheid van de inkepingen.
Verschillende bloedvaten, slagaders en zenuwen omringen dit ligament, inclusief de pudendusvaten, de onderste gluteale slagader, de pudenduszenuw en de heupzenuw.
Wanneer ligamenten in het bekken en het omliggende weefsel beschadigd raken of afwezig zijn bij vrouwen, kan dit een verzakking of vallen van de vagina of baarmoeder veroorzaken. Als behandeling kan een operatie worden gebruikt die sacrospinale suspensie wordt genoemd. Bij deze operatie wordt het sacrospinale ligament aan de baarmoederhals of het vaginale gewelf gehecht om de ondersteuning te herstellen.