1. Welke tips heb je om astma-triggers te identificeren?
Het bijhouden van een astma-dagboek, het controleren van uw piekstroommetingen en het laten testen op allergieën kan u helpen bij het identificeren van triggers.
Een astma-dagboek kan u helpen de symptomen bij te houden, evenals waar u zich bevindt of wat u in de buurt bent wanneer u symptomen ervaart. Dit kan u helpen patronen te identificeren en mogelijke triggers te beperken.
U kunt uw piekstroom ook regelmatig meten en de metingen opnemen in uw astma-dagboek. Dit kan helpen bij het identificeren van triggers die niet onmiddellijk symptomen veroorzaken, maar toch uw luchtwegen vernauwen.
Ten slotte zijn allergenen een veel voorkomende oorzaak van astma, dus vraag uw arts naar bloed- of huidtesten om mogelijke allergenen te identificeren.
2. Hoe weet ik of ik van medicatie moet wisselen of de dosis moet verhogen?
Uw astma wordt als onder controle beschouwd als:
- u ervaart symptomen minder dan drie dagen per week
- je wordt 's nachts minder dan drie keer per maand wakker
- u uw inhalator voor kortdurende verlichting minder dan drie keer per week gebruikt
- uw symptomen hebben geen invloed op uw normale activiteiten
Mogelijk moet u uw medicatie veranderen of de dosis verhogen als u vaker symptomen heeft of vaker 's nachts wakker wordt. Als u uw inhalator voor kortdurende verlichting vaker moet gebruiken of als u meer moeite heeft met het uitvoeren van uw normale activiteiten, overleg dan met uw arts over het aanpassen van uw behandeling.
3. Hoe kan ik beter voorbereid zijn op een astma-aanval?
Ontwikkel samen met uw arts een actieplan voor astma, zodat u zich kunt voorbereiden op astma-aanvallen en deze kunt voorkomen. Een actieplan documenteert de stappen die u moet nemen en wanneer u deze moet nemen om te voorkomen dat uw astma erger wordt.
Meestal bevat uw plan:
- uw bekende triggers
- uw reguliere astmamedicatie
- symptomen of piekstroommetingen die erop wijzen dat uw astma erger wordt
- hoe u de frequentie of dosis van uw medicatie kunt veranderen op basis van uw symptomen of piekstroommetingen
- wanneer dringende medische hulp nodig is en wat te doen in geval van nood
4. Welke symptomen betekenen dat ik spoedeisende zorg nodig heb?
U moet spoedeisende hulp zoeken als:
- je ademt hard en snel
- je piept constant
- je kunt niet in volledige zinnen spreken
- u moet uw borstspieren gebruiken om te ademen
- u merkt dat uw lippen of vingernagels blauwachtig of grijs worden
U moet ook spoedeisende hulp zoeken als uw symptomen niet verbeteren binnen 15 tot 20 minuten na gebruik van uw inhalator voor korte-termijnverlichting, of als ze snel weer terugkeren.
5. Wat zijn enkele van de beste manieren om de frequentie van astma-aanvallen te verminderen?
De beste manieren om astma-aanvallen te voorkomen, zijn onder meer het vermijden van uw bekende triggers en het innemen van uw astma-medicatie zoals voorgeschreven.
U moet ook samen met uw arts een actieplan voor astma opstellen als u dat nog niet heeft gedaan. Dit plan specificeert uw medicijnen, evenals instructies voor wat u routinematig moet doen en wanneer u symptomen heeft. Door uw plan te volgen, kunt u uw astma onder controle houden en voorkomen dat deze erger wordt.
6. Heb je tips om mijn actieplan te onthouden als ik onderweg ben?
Als u een smartphone heeft, kunt u foto's maken van uw astma-actieplan. Er zijn ook astma-apps die u op uw telefoon kunt downloaden waarmee u uw actieplan kunt documenteren.
Deel uw actieplan met uw dierbaren en bewaar kopieën van het plan thuis, op het werk en in uw auto.
7. Welke tips heb je voor het volgen van mijn astmasymptomen en -triggers?
De beste tip is om een astma-dagboek te gebruiken en er dagelijks in te schrijven. U kunt sjablonen voor astma-dagboeken van internet downloaden, zoals deze.
Als u liever uw smartphone gebruikt, kunt u astma-apps downloaden om u te helpen uw symptomen en triggers bij te houden.
8. Hoe vaak moet ik mijn actieplan voor astma bijwerken?
U dient uw actieplan minstens één keer per jaar met uw arts te bespreken en indien nodig bij te werken. U moet het ook bijwerken wanneer uw astmamedicatie verandert.
Andere redenen om uw plan bij te werken, zijn onder meer eventuele exacerbaties die leiden tot een bezoek aan de eerste hulp of als u een verandering opmerkt in uw gebruikelijke astmacontrole.
9. Wat betekenen de verschillende “zones” in een actieplan?
De groene zone is waar je wilt zijn. Het betekent dat u geen astmasymptomen heeft en dat u uw door uw arts voorgeschreven dagelijkse controlemedicatie moet blijven gebruiken.
De gele zone betekent dat u milde tot matige symptomen heeft. De rode zone betekent dat u ernstige symptomen heeft of een astma-aanval heeft.
In beide gevallen moet u de stappen in uw actieplan volgen. Bel uw arts als u zich in de gele zone bevindt. Als u zich in de rode zone bevindt, zoek dan spoedeisende medische hulp als uw symptomen niet verbeteren.
Dr. Cattamanchi is universitair hoofddocent geneeskunde aan de University of California San Francisco (UCSF). Hij voltooide zijn opleiding in interne geneeskunde en fellowship-training voor pulmonale en kritieke zorg bij UCSF. Hij oefent momenteel in het Zuckerberg San Francisco General Hospital, waar hij deelneemt aan de longconsultatiedienst en de medische intensive care.