De spieren van het gezicht geven het algemene vorm en contour, helpen u uw gevoelens naar buiten te uiten en stellen u in staat om op uw voedsel te kauwen.
Naast grote spieren hebben delen van het gezicht, zoals de wangen, veel kleinere spieren die werken als u eenvoudige dingen doet, zoals glimlachen, lachen of huilen.
De grote spieren van het gezicht zijn onder meer:
- Orbicularis oculi: deze spieren rond uw oog helpen u met uw ogen te knipperen.
- Orbicularis oris: deze spier omcirkelt je mond en zorgt ervoor dat je lippen plooien voor een kus.
- Temporalis: deze mondspier is er een die wordt gebruikt om te kauwen.
- Kauwspieren: Deze spier sluit de mond door uw kaakbot omhoog te brengen.
- Risorius: Deze spier trekt de mondhoeken naar achteren, daarom wordt het ook wel de "nepglimlach" -spier genoemd.
- Nasalis: Deze spier helpt je om je neus te wringen door de neusbrug samen te drukken en de neusgaten open te trekken.
- Mentalis: deze spier veroorzaakt rimpels in uw kin.
- Sternocleidomastoïde: deze grote nekspier helpt het hoofd omhoog en heen en weer te draaien.
De spieren van het gezicht overlappen en kriskras over elkaar, waardoor een spiermasker over de schedel en het kaakbot ontstaat. Ze hechten zich vast aan verschillende delen van de schedel en andere spieren, waardoor een breed scala aan verschillende gezichtsuitdrukkingen mogelijk is.
Charles Darwin, de vader van de evolutietheorie, zei dat mensen (en dieren) van elke leeftijd, ras of geslacht allemaal dezelfde gemoedstoestand uitdrukken met dezelfde bewegingen. Studies sinds Darwins tijd hebben deze theorie ondersteund.
Onderzoek in de jaren zestig door Paul Ekman toonde aan dat er zes universele gezichtsuitdrukkingen zijn. Deze omvatten angst, woede, walging, vreugde, verrassing en verdriet. Andere emoties staan echter open voor culturele en persoonlijke interpretaties.