De thoracoacromiale slagader is een korte slagader die begint bij de okselader. Het is ook vaak bekend onder de namen acromiothoracale slagader en thoracale as. Deze slagader reist naar de huid en spieren van zowel de borst als de schouder. De slagader snijdt door de clavipectorale fascia (ook bekend als coracoclaviculaire fascia en costocoracoïde membraan), waar het zich vervolgens splitst in een handvol takken. De slagader verdeelt zichzelf in vier afzonderlijke takken die de deltaspier, de borstspieren, het sternoclaviculaire gewricht en de subclavius bedienen. De borsttak gaat heen en weer tussen de twee borstspieren. De deltaspiertak loopt langs de cephalische ader, een van de aderen van de bovenste ledematen. De claviculaire tak bedient het sternoclaviculaire gewricht. Ten slotte biedt de acromiale tak vertakkingen aan de deltaspieren. De oorsprong van de thoracoacromiale slagader wordt voor het grootste deel bedekt door de bovenzijde van de pectoralis minor. De pectoralis minor is een driehoekige en slanke spier die zich in de bovenste borstkas bevindt.